Zo schrijf je een online artikel

De eerste keer dat ik een artikel schreef, voelde ik me als een vis op het droge. Mijn hersens kraakte en mijn vingers lagen verlamd op het toetsenbord. Hoe schrijf je nou een (online) artikel?

Hoe te beginnen?

Als je wilt beginnen, schrijf dan gewoon direct op wat er in je opkomt en denk daar niet te lang over na. Daarna kun toch altijd nog je zinnen aanpassen en van volgorde veranderen. Op die manier kom je sneller op gang. Deze aanpak werkt vaak beter dan dat je eerst lang zoekt naar de perfecte eerste zin. Als je eenmaal genoeg woorden op papier hebt, kun je werken aan een goede opbouw en structuur van je tekst.

Zorg dat je artikel begint met een pakkende openingszin. Dat kan bijvoorbeeld een anekdote, interessante vraag of inspirerende quote zijn. Daarna volgt de notendopalinea, die de lezer duidelijk maakt wat het onderwerp is en welke centrale vraag het artikel beantwoordt. Zorg voor een soepele overgang tussen die twee. Je kunt een brug slaan tussen je openingszin en de notendopalinea door bijvoorbeeld te beginnen met een anekdote die jouw onderwerp (een breder probleem of algemene situatie) symboliseert. Bijvoorbeeld:

Als kind was ik dol op het bouwen van sneeuwhutten. Zo bouwde ik met mijn vader ooit een iglo waar ik met zeven vriendjes in kon zitten. Die tijd lijkt voorbij. Niet omdat ik ouder ben geworden, maar omdat onze winters zelden meer streng en wit zijn door klimaatverandering. Is er nog hoop voor de sneeuwliefhebber in ons land?

De tekststructuur

Hou de volgende structuur aan in je artikel.

  • Kop: een prikkelende kop.
  • Begin: een pakkende openingszin en een notendopalinea die de lezer duidelijk maakt welke centrale vraag je beantwoordt met je artikel.
  • Kern: hier geef je antwoord op je centrale vraag. De kern bevat vaak meerdere alinea’s.
  • Slot: een conclusie of samenvatting van de belangrijkste zaken. Je sluit bij voorkeur af met een uitsmijter (sterke slotzin).

Zo hou je rekening met de online lezer

Weblezers beginnen vaak op Google met het zoeken naar informatie. Als je wilt dat je artikel vindbaar is, dien je rekening te houden met zoekwoorden die mensen gebruiken en deze op te nemen in je tekst.

Daarnaast lezen mensen online teksten heel anders dan bijvoorbeeld een boek. Een boek lees je linear: van het begin tot het einde. Online lezers scannen en scrollen door een tekst en bepalen hun eigen leesvolgorde. Daarnaast zijn ze sneller afgeleid en geneigd een artikel weg te klikken indien ze niet snel de informatie die ze zoeken te zien krijgen. Dit heeft gevolgen voor online redactiewerk.

Vijf kenmerken van een goede online tekst

Volgens het Handboek Online Redactie van Poort en de Wert (2019) voldoet een goede online tekst aan de volgende kenmerken.

1. Eenvoudig

Hou online teksten simpel. Stem de inhoud en stijl af op je lezers. Vermijd moeilijke woorden.

2. Bondig

Stel je bij elke tekst de vraag: welke informatie zoekt de lezer? Online lezers zijn vaak ongeduldig. Kom meteen tot de kern van je verhaal en laat overbodige informatie achterwege.

3. Scanbaar

Stem je teksten af op het scangedrag van online lezers. Maak de tekst scanbaar met kop en tussenkoppen, korte alinea’s, witruimtes, opsommingen, kernzinnen en signaalwoorden (zoals ‘want’, ‘kortom’, ‘ten eerste’). Zorg ervoor dat elk tekstonderdeel zelfstandig leesbaar is.

4. Vindbaar

Je tekst moet te vinden zijn met zoekmachines. Gebruik daarom relevante zoekwoorden in je tekst. Let er wel op dat je woorden niet willekeurig gaat invoegen.

5. Relevant

Bied relevante informatie. De lezer wil antwoord op een vraag, niet meer en niet minder.

Richtlijnen voor het schrijven

  • Hou bij het schrijven van de kop rekening met zoekmachines. Ofwel: gebruik relevante zoekwoorden of -zinnen.
  • Gebruik ook zoekwoorden in de rest van de tekst, maar let op dat je deze niet zomaar willekeurig invoegt zodat de tekst niet meer lekker leest.
  • Hou de doelgroep in je achterhoofd (in het geval van jongeren, spreek je met “je”, “wij” en “ons” en niet indirect over “jongeren”).
  • Beperk de zinslengte.
  • Val met de deur in huis.
  • Gebruik maximaal drie keer hetzelfde woord in een alinea. Zoek synoniemen of herformuleer je zin indien nodig.
  • Schrijf actief.
    • Niet: Er wordt lesgegeven door Jeroen (passief)
    • Wel: Jeroen geeft les (actief)
    • Meer info over actief schrijven vind je hier.
  • Hak zinnen in tweeën als ze te lang worden.
  • Vermijd dubbele ontkenningen.
    • Niet: “Dat is niet ongebruikelijk”
    • Wel: “Dat is gebruikelijk”
  • Schrijf specifiek en beeldend (de tekst moet een beeld oproepen bij de lezer).
    • De “kanariegele Renault Twingo” i.p.v. “auto
    • Let op met werkwoorden als “zijn”, “staan” en “gaan”: deze zijn fantasieloos. Gebruik eerder “fietsen”, “haasten”, “hangen”, “leunen” om een beeld op te roepen.
    • Meer info over beeldend schrijven vind je hier.

Richtlijnen voor de opmaak

  • Ondersteun je online teksten altijd met afbeeldingen, foto’s of filmpjes. Let er wel op dat deze auteursrechtvrij zijn. Tip: gebruik Pixabay.com. Of maak beelden met kunstmatige intelligentie, bijvoorbeeld met DALL-E.
  • Zorg dat je afbeeldingen netjes uitlijnt, zodat ze net zo breed zijn als je tekstkolom. Dit kun je doen door in WordPress eerst een kolom toe te voegen, en daar een afbeelding in te voegen.
  • Zorg voor korte alinea’s, tussenkopjes, opsommingen en witruimtes om je tekst toegankelijk en makkelijk te maken voor de lezer.
  • Belangrijke woorden of zinsdelen maak je vetcursief of onderstreep je.
  • Maak gebruik van hyperlinks om naar bronnen te verwijzen (het is verboden om een lange, lelijke url te plakken in je artikel).
  • Zorg dat je video’s, podcasts, tweets en andere content die op andere websites staan insluit ofwel embed. Webbezoekers kunnen zo bijvoorbeeld YouTubefilmpjes bekijken op je eigen site. Daarmee voorkom je dat ze vertrekken.
  • Zorg ervoor dat paragrafen en alinea’s zoveel mogelijk zelfstandig te lezen zijn, zodat de scannende lezer ook in het midden van je verhaal kan beginnen met lezen.

Samengevat: voor een artikel schrijf je een pakkende kop, inleiding, kern en slot en houdt daarbij rekening met de ongeduldige, scannende lezer. Ik weet inmiddels hoe ik een online artikel moet schrijven. Jij ook?