Elementor #10515

Wonen in 2035: hoe ziet de woningmarkt in Altena eruit?

De woningmarkt in Altena staat onder druk. Waar het vroeger vanzelfsprekend was om na je studie of eerste baan een eigen plek te vinden, is dat nu lang niet altijd meer zo. Veel jongeren blijven langer thuis wonen, simpelweg omdat er geen betaalbare woningen zijn. Ook ouderen zoeken zich suf naar een kleinere, passende woning, maar lopen tegen hetzelfde probleem aan. Ondertussen stijgen de prijzen, worden nieuwbouwprojecten vertraagd en voelen steeds meer mensen de druk van de overspannen woningmarkt.

De grote vraag is: waar wonen wij in 2035? En wat moet er nú gebeuren om dat mogelijk te maken?

 

We voelen het allemaal: te weinig woningen

Of je nu op zoek bent naar je eerste appartement of je opa naar een gelijkvloerse woning, in Altena is het niet makkelijk. Voor jongeren zoals wij is het extra frustrerend. Je wilt zelfstandig worden, maar je zit vast. De huizen zijn te duur, de wachtlijsten te lang en het aanbod is beperkt.

In 2021 kwamen er 259 nieuwe woningen bij, maar dat is echt niet genoeg. De gemeente heeft daarom een stevige ambitie: vóór 2030 moeten er minimaal 3.000 nieuwe woningen worden gebouwd. In 2025 moeten daarvan al 300 tot 400 sociale huurwoningen klaar zijn. Klinkt goed, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.

 

 

Drie redenen waarom bouwen zo lastig is

De gemeente wijst op drie grote obstakels:

Ten eerste is er te weinig bouwrijpe grond. Zelfs als er plannen klaarliggen, kan de schop niet zomaar in de grond. Er moet veel geregeld worden voordat bouwen überhaupt mogelijk is.

Daarnaast zijn de bouwkosten enorm gestegen. Materialen, personeel en energie zijn duurder geworden, en de rente is flink opgelopen. Daardoor wordt het steeds moeilijker om betaalbare woningen te bouwen. Gelukkig komt er wel steun van het Rijk: Altena krijgt 1,26 miljoen euro subsidie om woningbouw te stimuleren.

Tot slot duurt het allemaal gewoon erg lang. Procedures, vergunningen en overleggen zorgen voor vertraging. Zo lopen projecten maanden, soms jaren achter.

 

Wat doet de gemeente voor jongeren?

Gelukkig blijft het niet bij plannen. De gemeente probeert op allerlei manieren jongeren te helpen om toch een woning te vinden.

Een interessante oplossing is mantel wonen. Hierbij kun je een kleine extra woning op het erf van je ouders bouwen – bijvoorbeeld voor jezelf, je broer of een familielid. Dat hoeft niet alleen voor mantelzorg te zijn, maar kan ook gewoon een betaalbare woonoptie zijn dichtbij huis.

Daarnaast kun je gebruikmaken van een starterslening van maximaal 30.000 euro. Hiermee kun je nét dat beetje extra lenen om een eerste woning toch mogelijk te maken.

En: schrijf je vroeg in bij Woonservice! Hoe langer je ingeschreven staat, hoe groter je kans op een woning. Er loopt momenteel een campagne om jongeren hier bewust van te maken.

 

Hier wordt al gebouwd

Er zijn ook al concrete bouwplannen. Tot en met 2026 moeten er minstens 1.270 woningen bij komen. In verschillende dorpen gaat de schop binnenkort de grond in.

In Werkendam komt de wijk Achter de Schans, in Veen wordt gebouwd op een locatie die Den Eng heet. Ook in Hank, Sleeuwijk en Wijk en Aalburg zijn nieuwe wijken in voorbereiding.

Via zogeheten woontafels werkt de gemeente samen met woningcorporaties, ontwikkelaars én inwoners om plannen te maken die echt aansluiten bij wat er nodig is. Geen standaard woningen, maar huizen die passen bij hoe wij – jong en oud – willen wonen.

 

En na 2030? Dan draait het om slim en duurzaam wonen

Als de ergste woningnood voorbij is, verschuift de aandacht. Dan gaat het erom hoe we in de toekomst prettig blijven wonen. En dat vraagt om slimme, flexibele en duurzame oplossingen.

De toekomstvisie van de gemeente zet in op:

  • Flexibel bouwen: woningen die je makkelijk kunt aanpassen, bijvoorbeeld als je gezinssituatie verandert.
  • Duurzame wijken: energiezuinige huizen met zonnepanelen, groene daken en regenopvang.
  • Slim ruimtegebruik: wonen combineren met werken en zorg. Denk aan appartementen boven winkels of oude gebouwen die worden omgetoverd tot woonruimtes.
  • Nieuwe woonvormen voor ouderen: zoals hofjes of knarrenhofjes, waar mensen zelfstandig wonen, maar wel een oogje op elkaar houden.
  • Digitale voorzieningen: supersnel internet, zodat je overal kunt thuiswerken of zorg op afstand kunt ontvangen.

Kortom: niet alleen bouwen, maar bouwen met visie. Met aandacht voor hoe we willen leven, werken en zorgen – nu én in de toekomst.

 

Energiezuinig wonen wordt het nieuwe normaal

Wonen in de toekomst betekent ook: minder energie verbruiken en bewust omgaan met materialen. Nieuwe woningen worden standaard goed geïsoleerd, verwarmd met warmtepompen en voorzien van zonnepanelen.

De gemeente zet bovendien in op circulair bouwen: hergebruik van materialen en zo min mogelijk afval. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je portemonnee. Lagere energiekosten zorgen voor meer wooncomfort én meer ruimte in je budget.

Ook bestaande woningen worden aangepakt: beter isoleren, oude cv-ketels vervangen, overstappen op duurzame energiebronnen. Zo draagt Altena bij aan de landelijke klimaatdoelen.

 

Samen bouwen aan de toekomst van Altena

De woningmarkt in Altena is op dit moment pittig. Vooral voor jongeren is het moeilijk om een plek te vinden. Maar er gebeurt wél iets. De gemeente zet in op nieuwbouw, startersleningen en flexibele woonvormen, zodat wij wél een kans krijgen op een eigen woning.

En het gaat verder dan alleen stenen stapelen. Het gaat over waar en hoe we willen leven. Over dorpen die leefbaar blijven. Over woningen die met je meegroeien. Over plekken waar zorg en werk dichtbij zijn. En waar duurzaamheid vanzelfsprekend is.

Wonen in Altena in 2035? Dat wordt hopelijk meer dan een huis alleen. Het wordt een plek waar je je thuis voelt. Waar generaties samen leven, de natuur dichtbij is, en waar we als inwoners zélf meedenken en meebouwen aan onze toekomst.