Door Arnart Pesselse
Je zit op de bank, klaar voor een lekkere pot voetbal. De spelers komen het veld op, het stadion gaat los… en dan hoor je de stem van Wytse van der Goot. Herkenbaar, enthousiast, precies op het juiste moment. Maar wat nou als die stem straks vervangen wordt door een robot?
Steeds meer dingen in de sportwereld worden overgenomen door computers. Denk aan geautomatiseerde camerabeelden, data-analyses of zelfs chatbots voor klantenservice. Zelfs dingen waarvan je het misschien niet meteen verwacht — zoals live commentaar bij voetbalwedstrijden — zouden in de toekomst door kunstmatige intelligentie (AI) gedaan kunnen worden.
Ik vroeg me af: is er straks nog wel plek voor echte voetbalcommentatoren? Of gaat AI ook hier het werk overnemen?
Daarom sprak ik met iemand die het kan weten: Wytse van der Goot, al jaren een van de bekendste sportcommentatoren op de Nederlandse televisie.
Hoe hij begon
Wytse begon zijn carrière helemaal niet met praten, maar juist met kijken. “Ik maakte samenvattingen van wedstrijden, als beeldredacteur,” vertelt hij. “Op een gegeven moment ging ik die samenvattingen zelf inspreken. Dat viel op, en toen kreeg ik de kans om echt als commentator te gaan werken.”
Hij doet dus al jarenlang verslag van de grootste wedstrijden. Van Champions League tot Eredivisie. Maar ondanks zijn ervaring blijft hij gewoon nuchter. “Het is vooral heel leuk werk,” zegt hij. “Je kijkt voetbal, je praat erover, en als je het goed doet, raken mensen daardoor nog meer betrokken bij de wedstrijd.”
Voetbal = gevoel
Volgens Wytse draait goed commentaar niet alleen om feitjes of statistiekjes. “Voetbal is emotie,” zegt hij. “Je moet aanvoelen wat er gebeurt op het veld, en dat kunnen overbrengen op de kijker. Zonder gevoel is er niks aan.”
En dat is precies waarom hij denkt dat AI nooit het hele werk van een commentator kan overnemen. Een robot weet misschien wie de bal heeft, of hoeveel schoten er zijn gelost, maar een computer voelt geen spanning. Die weet niet hoe belangrijk een doelpunt is voor een speler die net terug is van een blessure. Of voor een club die moet winnen om niet te degraderen.
“Dat menselijke aanvoelen, dat maakt het verschil,” zegt Wytse. “Een goede commentator weet wanneer hij even stil moet zijn, of juist moet schreeuwen van enthousiasme. Daar heb je meer voor nodig dan een algoritme.”
AI als hulp, niet als vervanging
Wytse is trouwens niet tegen AI. Sterker nog: hij gebruikt het zelf weleens. “Ik heb laatst ChatGPT ontdekt,” zegt hij. “Best handig om even snel iets op te zoeken. Maar ik zou nooit een hele tekst laten schrijven door een computer. Daarvoor is taal gewoon te persoonlijk.”
Volgens hem kan AI best een hulpmiddel zijn bij de voorbereiding. Snel een paar feitjes of statistieken opzoeken, daar is het goed in. Maar het echte werk, het live reageren op wat er gebeurt in een wedstrijd, dat blijft mensenwerk.
“Het is als een calculator,” zegt hij. “Heel handig, maar je moet nog steeds zelf snappen wat je doet.”
Wat als je zelf commentator wilt worden?
Voor studenten zoals ik, die dromen van een carrière in sportmedia, heeft Wytse een duidelijk advies: “Maak veel vlieguren. Ga aan de slag, ook al is het bij een klein kanaal of een lokale omroep. Hoe meer ervaring je opdoet, hoe beter je wordt.”
En misschien nog wel belangrijker: blijf jezelf. “Probeer niet iemand anders na te doen. Vind je eigen stijl. Juist dat is het verschil tussen jou en een computer.”
Je hoeft geen perfecte stem te hebben of alle regels uit je hoofd te kennen, zegt hij. “Als je weet wat er gebeurt op het veld, en je kunt dat goed uitleggen met gevoel en energie, dan kom je al heel ver.”
Wat er gaat veranderen in het vak
Toch denkt Wytse dat het vak van commentator wél gaat veranderen. En daar speelt technologie een belangrijke rol in.
Eén grote verandering: automatische samenvattingen. Met slimme software worden er tegenwoordig al binnen een paar minuten na de wedstrijd hoogtepunten gegenereerd — zonder dat er een mens aan te pas komt. Die video’s gaan dan meteen online, bijvoorbeeld op TikTok, Instagram of YouTube.
Ook wordt er steeds vaker geëxperimenteerd met tekst-naar-spraak AI, die op basis van live data automatisch commentaar geeft. In landen als Japan en de VS zijn er al sportwedstrijden vooral in de lagere divisies waar dit getest wordt. Daar hoor je dus géén menselijke stem, maar een voorgeprogrammeerde stem die dingen zegt als:
“Doelpunt van nummer 9. Het staat nu 2-1.”
In het voetbalspel FIFA zie je dit ook al op een andere manier, daar zijn er 2 nederlandse commentatoren die honderden zinnen inspreken van te voren en elke keer als er wat gebeurd zorgen ze ervoor dat hun doe toepasselijke zin automatisch inspreken.
Functioneel? Ja. Spannend? Niet echt.
Daarnaast komen er interactieve ervaringen aan. Denk aan gepersonaliseerd commentaar, waarbij kijkers zelf kunnen kiezen wat ze willen horen: meer tactische uitleg, juist simpele informatie, of commentaar gericht op hun favoriete speler. Dat is technisch gezien mogelijk, maar ook hier geldt: de basis moet nog steeds menselijk aanvoelen.
Tot slot zijn er real-time data overlays, waarmee kijkers tijdens de wedstrijd op hun scherm extra informatie krijgen: loopafstanden, passnauwkeurigheid, schotkracht. Interessant, maar zonder een goede verteller wordt het snel te veel.
Wytse vindt het spannend, maar ook logisch. “De wereld verandert, dus ons vak verandert mee. Maar zolang we voetbal blijven kijken om de emotie, blijft er werk voor mensen zoals ik.”
geen hartslag, geen commentaar
AI is handig. Snel, slim, en goed met data. Maar een robot heeft geen hartslag. Die voelt niet wat jij en ik voelen als je team in de laatste minuut scoort. Die weet niet wat een derby betekent. Die kan niet stilvallen als de spanning door het dak gaat of juist een grapje maken als de wedstrijd saai is.
Dus ja, AI mag dan wel veel kunnen. Maar het commentaar bij een goal in blessuretijd wil ik toch echt liever horen van iemand die het meent.
En zolang dat gevoel belangrijk blijft in het voetbal, blijft de stem van de commentator bestaan.
