Is Kweken van stamcellen de toekomst of is het ijdele hoop?

Wat zijn stamcellen precies?

Stamcellen zijn cellen die zich nog kunnen ontwikkelen tot allerlei soorten cellen in het lichaam, van huid tot spier en hart. Stamcellen komen uit verschillende bronnen, zoals embryo’s of het beenmerg van volwassenen. De stamcel die het meest opvalt, is de pluripotente cel: een cel die zich kan ontwikkelen tot elk celtype dat zich in het lichaam bevindt. Rond 2000 kwamen we erachter dat we cellen konden omvormen tot een ongedifferentieerde cel die vervolgens weer kan uitgroeien tot een cel naar voorkeur.

Nieuwe organen en stamceltherapieën?

“De toekomst van regeneratieve geneeskunde is dichterbij dan mensen denken,” zegt prof. dr. Christine Mummery, hoogleraar ontwikkelingsbiologie aan het LUMC. In een interview legt ze uit dat onderzoekers nu al in staat zijn om minihartjes en andere organen na te bootsen in een lab door middel van stamcellen, die vervolgens ook weer getest kunnen worden.

Ook in Nederland wordt er aan stamcellen gewerkt, bijvoorbeeld bij het LUMC, UMCU en het Erasmus MC. Volgens Mummery is er al veel progressie: “Tien jaar geleden werkten we nog vooral met muizen; nu kunnen we al hartspiercellen maken voor mensen met hartziekten, en dat doen we met hun eigen huidcellen.”

“De toekomst van regeneratieve geneeskunde is dichterbij dan mensen denken.”

Wat kan nu al en wat nog niet?

Stamceltherapie wordt al beperkt toegepast. Zo zijn er behandelingen waarbij beenmergstamcellen worden gebruikt om bloedziektes zoals leukemie te behandelen. Ook zijn er proeven met het herstellen van kraakbeen in knieën of het behandelen van Parkinson.

Maar een volledig functionerend orgaan kweken? Daar zijn we nog niet. “Een hart is ongelooflijk moeilijk om na te bootsen,” legt Mummery uit. Niet alleen moet je denken aan het hart zelf, maar ook aan de bloedvaten en het ritme van het kloppen. Alles moet perfect zijn.

De techniek is er deels, maar het daadwerkelijk maken van een functionerend en bovenal veilig orgaan is een enorme uitdaging. Bovendien is het proces kostbaar, en er kan niet zomaar worden getest op mensen of dieren. Alles moet dus secuur gebeuren en kloppen.

De ethiek: mogen we dit wel doen?

Niet iedereen is even enthousiast. Sommige stamcellen zijn afkomstig van embryo’s, wat ethische vragen oproept. En ook al gebruiken we geen embryo’s, blijft de vraag: mogen we wel zomaar dingen aanpassen aan het leven? En worden stamcellen beschikbaar voor iedereen of alleen voor mensen met een dikke portemonnee?

“De ethische discussie mag niet achterlopen op de techniek,” zegt Mummery. “We moeten goed blijven nadenken over wie toegang krijgt, hoe we deze technologie eerlijk inzetten en of we sommige toepassingen überhaupt willen.”

Wat brengt de toekomst?

De verwachting is dat de komende tien jaar enkele grote doorbraken gaan plaatsvinden, vooral in de regeneratieve geneeskunde en het herstellen van beschadigd weefsel met behulp van stamcellen.

Er zou zich dan bijvoorbeeld een scenario kunnen voordoen waarin hartpatiënten een hart uit hun eigen cellen krijgen. Dit is echter nog geen realiteit, maar het komt wel steeds dichterbij. Overigens zou dit ook de vraag naar orgaandonaties kunnen laten verdwijnen, want als het orgaan uit eigen cellen komt, wordt het niet afgestoten door het lichaam.

Conclusie: toekomst of ijdele hoop?

Stamceltechnologie is geen tovermiddel. Er zijn nog veel obstakels: technisch, klinisch, financieel en ethisch. Maar het is niet onmogelijk. De ontwikkelingen zijn reëel, het onderzoek groeit snel en er zijn al toepassingen die levens redden.

Dus is het kweken van stamcellen de toekomst? Als we de wetenschap vragen: ja. Maar de ethiek moet mee, en dat zal vooral in de toekomst duidelijk worden.