De oorlog in Oekraïne duurt nu al meer dan twee jaar, de spanningen in Gaza
lopen steeds verder op en ook de relatie tussen Europa en de Verenigde Staten
verandert. In die context roept Mark Rutte, sinds kort secretaris-generaal van de
NAVO, alle lidstaten op om fors meer geld uit te geven aan defensie. Hij pleit voor
een verhoging naar 5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Maar
waarom is dat nodig, en wat betekent dat voor ons?
Tot nu toe was de richtlijn van de NAVO dat lidstaten minimaal 2 procent van hun
bbp aan defensie moesten besteden. Slechts een handjevol landen, waaronder de
Verenigde Staten en Polen, voldoet daar ook daadwerkelijk aan. Nederland zat
jarenlang onder deze norm, al gaat dat de laatste jaren iets beter. Toch is de stap
naar 5 procent enorm. Dat zou betekenen dat er in Nederland jaarlijks tientallen
miljarden extra naar het leger moeten gaan.
Volgens Rutte is dat nodig, omdat de wereld onveiliger is geworden. “We kunnen
niet langer vertrouwen op de vanzelfsprekendheid van vrede,” zei hij onlangs in een
toespraak. “Europa moet meer verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen
veiligheid.”
Sommigen zijn het daar roerend mee eens. Luitenant-kolonel buitendienst Peter
van der Meer noemt het “een noodzakelijke wake-upcall.” Hij ziet dat het
Nederlandse leger kampt met personeelstekorten, verouderd materieel en een
gebrek aan munitie. “Als het nu echt ergens misgaat, kunnen we als land nauwelijks
iets doen,” zegt hij. “Een hoger defensiebudget is geen luxe, het is pure noodzaak.”
Toch is er ook kritiek. Niet iedereen vindt het verstandig om zoveel extra geld aan
defensie te besteden, zeker niet in een tijd waarin ook de zorg, het onderwijs en de
woningmarkt om aandacht vragen. “We hebben enorme uitdagingen op sociaal
gebied,” zegt Tweede Kamerlid Lisa de Vries (GroenLinks-PvdA). “Het klinkt stoer
om meer tanks en vliegtuigen te kopen, maar wat hebben we eraan als jongeren
geen betaalbaar huis kunnen vinden of de wachtlijsten in de jeugdzorg blijven
groeien?”
Ook onder studenten heerst verdeeldheid. “Veiligheid is belangrijk, maar ik vind 5
procent wel erg veel,” zegt Marit (21), student politicologie. “Dat geld kun je ook
gebruiken om klimaatproblemen aan te pakken.” Daarentegen zegt Ahmed (23),
student rechten: “Als we onze vrijheid willen behouden, moeten we daar soms
offers voor brengen. Je kunt niet alles tegelijk hebben.”
De discussie over de NAVO-norm raakt dus aan meer dan alleen militaire uitgaven.
Het gaat over hoe we als samenleving prioriteiten stellen. Moeten we investeren in
gevechtsvliegtuigen of in betaalbare zorg? In tanks of in het onderwijs?
Wat in elk geval duidelijk is, de wereld om ons heen verandert, en dat dwingt ons
om opnieuw na te denken over onze veiligheid en wat die ons waard is.