
Maakt genmodificatie een doorbraak of is het juist een bedreiging?
De discussie over genmodificatie laait opnieuw op. Met de razendsnelle ontwikkelingen in CRISPR-technologie en synthetische biologie wordt steeds vaker de vraag gesteld: Is gen-modificatie de toekomst? Door verder te lezen kom je erachter wat professionals hierover denken en hoe de toekomst voor ons en gen-modificatie eruit ziet.
First things first: wat houdt genmodificatie in?
Genmodificatie (ook wel genetische modificatie genoemd) is het kunstmatig aanpassen van het DNA van organismen. Met technieken als CRISPR-Cas9 kunnen wetenschappers tegenwoordig uiterst precies veranderingen aanbrengen in het genetisch materiaal van planten, dieren en mensen. Dat opent deuren naar ziektebestrijding, landbouwoptimalisatie en zelfs het aanpakken van erfelijke aandoeningen.
Wat is CRISPR-Cas9?
CRISPR-Cas9 is een techniek om het DNA van levende organismen heel gericht te bewerken. Het is snel, relatief goedkoop en extreem precies. Door professionals wordt deze techniek ook wel revolutionair genoemd.
Het bestaat uit twee onderdelen: CRISPR en Cas9.
CRISPR (Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats) is een soort “geheugen” in het DNA van bacteriën, waarin ze stukjes virus-DNA opslaan als verdediging. Als dat virus terugkomt, herkent CRISPR het meteen. Ons immuunsysteem werkt ook zo: als wij een keer de griep hebben gehad, onthoudt ons immuunsysteem dat en maakt het antistoffen aan, zodat de volgende keer dat je griep krijgt, het sneller bestreden wordt door je lichaam.
Cas9 (CRISPR-associated protein 9) is een enzym (je kunt het zien als een soort moleculaire “schaar”) die het DNA op een zeer specifieke plek kan doorknippen.
Kansen voor mens en milieu
Ook in Nederland wordt intensief gewerkt aan gentechnologie. Een vooraanstaand expert op dit gebied is Prof. Dr. Hans Clevers, stamcelbioloog en voormalig president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Clevers stond aan de wieg van baanbrekend onderzoek naar organoïden (dat zijn mini-orgaantjes gekweekt uit stamcellen), waarin CRISPR wordt gebruikt om ziektes te bestuderen én potentieel te genezen.
Clevers benadrukt dat genmodificatie een belangrijke rol kan spelen in de toekomst van de geneeskunde:
“Met CRISPR kunnen we niet alleen beter begrijpen wat er misgaat bij genetische ziekten, maar ook doelgericht ingrijpen op celniveau.”
Ook in de landbouwsector zijn er kansen. Wageningen University & Research, wereldwijd toonaangevend op het gebied van agrobiotechnologie, doet veel onderzoek naar genetisch aangepaste gewassen. Denk aan aardappelen die resistent zijn tegen de schimmel Phytophthora, wat het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan verminderen. Of de cacaoplant, die momenteel op het punt van uitsterven staat, maar die met genetische modificatie misschien gered kan worden.
Ethiek, natuur en samenleving
Toch klinkt ook terughoudendheid. Dr. Annelien Bredenoord, bio-ethicus en rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam, maakt duidelijk dat we waakzaam moeten blijven voor een ethische glijdende schaal bij medicinale toepassingen van genmodificatie, maar ook voor onze veiligheid, omdat dit ook ingezet kan worden als wapen tegen jou of mij.
In de Volkskrant van 15 oktober 2016 zei Annelien Bredenoord:
“In een verbod op het gebruik van CRISPR-Cas9 zie ik niets; we moeten zoals bij auto’s wél regels stellen om misbruik te voorkomen.”
Ze benadrukt dat ze de technologie op medische gronden wil inzetten, maar vraagt om strikte wet- en regelgeving om te voorkomen dat we doorschieten naar cosmetische of prestatieve genetische ingrepen. Dit zijn volgens haar de zogenaamde ‘designerbaby’s’: kinderen die al vóór hun geboorte bewust worden aangepast om “beter” te zijn dan gemiddeld. Dat is erg tegenstrijdig met onze waarden van gelijkheid en menselijke waardigheid. Daarom pleit ze voor duidelijke grenzen: gebruik de technologie voor gezondheid, niet voor perfectie.
Voorzichtig vooruit
Hoewel CRISPR wereldwijd al klinisch wordt getest bij patiënten met erfelijke ziektes, is het gebruik in Europa sterk gereguleerd. Nederland pleit binnen de EU voor een gebalanceerde benadering, waarbij innovatie mogelijk blijft, maar onder streng toezicht. Tegelijkertijd zijn genetisch gemodificeerde gewassen nog altijd een gevoelig onderwerp, mede vanwege publieke scepsis en strikte wetgeving.
Een toekomst vol potentie, mits goed begeleid
Is gen-modificatie de toekomst? Vanuit wetenschappelijk oogpunt is het antwoord: ja, mits het met mate wordt toegepast. De modificaties zijn veelbelovend, maar de techniek roept ook grote ethische en maatschappelijke vragen op. Nederlandse experts onderstrepen het belang van zorgvuldigheid, transparantie en publieke betrokkenheid.
Zoals Hans Clevers het samenvat:
“De techniek is er. Nu moet de samenleving bepalen hoe we die willen inzetten.”