De NAVO-norm: waarom 2% van het bbp aan defensie zo’n heet hangijzer is

De NAVO-norm: je hoort hem steeds vaker langskomen in het nieuws. Landen worden erop aangesproken, politici discussiëren erover, en voor veel mensen is het nog altijd een wat vage afspraak. Want wat houdt die norm precies in? Waarom is hij belangrijk? En wat zijn de gevolgen als landen hem wel of juist níet halen?

In dit artikel leggen we het uit helder en zonder vaktermen.

Wat is de NAVO, en wat houdt die 2%-norm eigenlijk in?

De NAVO, voluit de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, is een militair bondgenootschap van inmiddels 32 landen in Europa en Noord-Amerika. De organisatie werd kort na de Tweede Wereldoorlog opgericht, in 1949, met één duidelijk doel: elkaar beschermen als een lidstaat wordt aangevallen.

Om die belofte waar te kunnen maken, moet er natuurlijk wel geïnvesteerd worden in defensie. Daarom spraken de lidstaten in 2014 af dat ieder land minstens 2% van zijn bruto binnenlands product (bbp) zou besteden aan defensie. Die afspraak staat bekend als de NAVO-norm.

Waar komt die 2%-norm vandaan?

De norm werd niet zomaar bedacht. Tijdens een NAVO-top in Wales in 2014, kort na de Russische annexatie van de Krim, werd duidelijk dat de geopolitieke situatie in Europa drastisch aan het veranderen was. De NAVO voelde zich direct bedreigd en wilde snel werk maken van een sterkere gezamenlijke verdediging.

Daarom spraken de landen af dat ze in 2024 die 2%-grens moesten halen. Dat moest drie dingen bereiken:

  • De gezamenlijke militaire slagkracht van de NAVO vergroten.
  • De kosten eerlijker verdelen (de VS droeg toen veruit het meeste bij).
  • Landen stimuleren om hun eigen krijgsmacht weer op peil te brengen.

Sindsdien wordt die 2%-norm als een soort graadmeter gebruikt: hoe serieus neemt een land zijn rol binnen de NAVO?

Wat zeggen voor- en tegenstanders?

Over die norm is lang niet iedereen het eens. De meningen lopen sterk uiteen:

  • De NAVO zelf noemt 2% een ondergrens, geen streefbedrag. Volgens secretaris-generaal Jens Stoltenberg zouden landen zelfs méér moeten uitgeven, zeker sinds de Russische inval in Oekraïne in 2022.
  • Politici verschillen van inzicht.
    Rechtse partijen zoals de VVD (Nederland) en CDU (Duitsland) benadrukken het belang van veiligheid. Voor hen is een sterke defensie nu belangrijker dan ooit.
    Linkse partijen zoals GroenLinks of de SP stellen daarentegen kritische vragen. Ze waarschuwen voor een wapenwedloop en wijzen erop dat elke euro maar één keer uitgegeven kan worden. Wat als die ten koste gaat van zorg, onderwijs of klimaatbeleid?
  • Ook burgers zijn verdeeld. In landen die dichter bij Rusland liggen, denk aan Polen of de Baltische Staten, is de steun voor hogere defensie-uitgaven groot. In andere landen ligt dat gevoeliger. Zeker als er al bezuinigd wordt op publieke voorzieningen.

Wat betekent die norm in de praktijk?

Voor veel landen is het halen van de 2%-norm een flinke opgave. Het gaat vaak om miljarden extra aan defensie-uitgaven. In Nederland bijvoorbeeld is de defensiebegroting de afgelopen jaren stevig omhooggegaan, onder meer om nieuwe gevechtsvliegtuigen, munitie en cybercapaciteit te financieren.

Voor de NAVO als geheel betekent het een eerlijker verdeling van de lasten én een sterker collectief leger. Tegelijk kan het ook tot spanningen leiden. Landen die de norm wél halen, uiten regelmatig kritiek op landen die achterblijven.

En wat betekent dat voor Europa?

Binnen Europa speelt bovendien een bredere discussie. Want nu de VS steeds vaker kijkt naar zijn eigen belangen, vragen steeds meer Europese landen zich af:
Moeten we minder afhankelijk worden van Amerika, en inzetten op een eigen Europese defensie (zogenaamde strategische autonomie)?
Of is het juist belangrijk om binnen de NAVO nauw te blijven samenwerken?

Beide richtingen hebben voor- en nadelen. Minder afhankelijkheid betekent meer controle, maar vraagt ook enorme investeringen. NAVO-samenwerking biedt schaalvoordelen, maar houdt de afhankelijkheid van de VS in stand.

Is die 2%-norm eigenlijk wel zo logisch?

Critici stellen terecht dat de NAVO-norm niet heilig is.

  • Het is een vrij ruwe maatstaf. Twee procent zegt niets over hóé het geld wordt uitgegeven. Alleen dát het wordt uitgegeven.
  • Niet elk land kan het zich even goed veroorloven. Zeker kleinere economieën worstelen met het vinden van budget zonder elders te moeten schrappen.
  • En dan is er nog de vrees voor militarisering. Als landen vooral inzetten op militaire macht, komt diplomatie misschien in de verdrukking.

Een lastige maar noodzakelijke discussie

De NAVO-norm is ontstaan uit een gevoel van urgentie: Europa moest weerbaarder worden. En dat is gelukt. Veel landen investeren inmiddels weer serieus in defensie. Maar dat roept ook lastige vragen op: Waar ligt de grens? Wat is verantwoord? En wat zijn we bereid op te geven in ruil voor veiligheid?

De discussie is nog lang niet afgerond. En dat is maar goed ook. Want hoe we vandaag investeren in veiligheid, bepaalt hoe we morgen samenleven.